Zorgen om pleegzorggezinnen, vragen aan B&W van Vlissingen EN Middelburg

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN DE COLLEGES VAN
Vlissingen en Middelburg EX ARTIKEL 37 RVO

Onderwerp: Onvoldoende afstemming begeleiding rond pleegzorggezinnen

DE HANDEN INEEN!
Korte toelichting over de totstandkoming van de vragen.

Deze vragen zijn opgesteld door 4 verschillende partijen uit de gemeenten Vlissingen en Middelburg, te weten: SGP Vlissingen, CDA Middelburg, VVD Middelburg, SP Middelburg.
De reden hiervoor is dat raadsleden van deze partijen aanwezig waren op de bijeenkomst, georganiseerd door Pleegouder Support Zeeland. Daar werden de uitkomsten van een onderzoek gepresenteerd. Dit onderzoek is uitgevoerd door 3 studenten Pedagogie van de HZ.
De SGP is blij dat deze gemeentegrens-overschrijdende politieke samenwerking mogelijk is ten behoeve van pleegkinderen en pleeggezinnen.

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:
1. Bent u op de hoogte van hiaten in de afstemming tussen verschillende externe begeleiders rond een gezin wat zich inzet in het bieden van pleegzorg aan één of meer kinderen/jongeren?
2. We menen dat hiermee niet voldaan wordt aan het kader “één gezin, één plan en één begeleider”. Vanuit de controlerende rol van de raad stellen we dan ook de vraag: erkent en herkent u dit, hoe komt dit en wat gaat u eraan doen om deze norm wel te halen?
3. Wij menen te moeten constateren dat we hier te maken hebben met een structureel probleem (mede op basis van bevindingen van pleegouders) en dus niet van een incident. Bent u dit met ons van mening en verbindt u hieraan de conclusie dat maatregelen met hoge urgentie noodzakelijk zijn?
4. Indien u hier eveneens een structurele en urgente vraagstelling herkent, welk nader onderzoek gaat u uitvoeren, welke maatregelen gaat u vervolgens nemen binnen welke termijn?
5. Op welke wijze betrekt u, naast de zorgaanbiedende jeugdinstellingen, ook belangenverenigingen hierbij, zoals bijv. Pleegzorg Support Zeeland?
6. Herkent u de noodzaak dat pleegouders baat hebben bij voldoende en actuele informatie over regelingen (die in korte tijd kunnen wijzigen). Heeft de gemeente een directe rol daarin of faciliteert de gemeente hierin bijv. Pleegzorg Support Zeeland?
7. Bent u het met de vragenstellers eens dat juist pleegouders geen vragen zouden moeten hebben over/van begeleidende instanties en gemeente, daar het staand beleid van de gemeenten is om het opgroeien van kinderen zoveel als mogelijk plaats te laten vinden in “gewone gezinnen” en dat pleegzorg al complex genoeg is van zichzelf (dat zouden instellingen en gemeenten niet nog complexer moeten maken). Welke verbeteracties gaat u in uitvoering nemen om meer maatwerk te bieden op dit gebied?
8. Welke inspanningen voerde u uit om de regeldruk mbt pleegzorg te (laten) verminderen en welke maatregelen bent u voornemens uit te gaan voeren?
9. Wij willen ook aandacht vragen voor de informele pleegzorg, netwerkpleegouders, zij die zich nooit formeel hebben aangemeld als pleegouders. Heeft de gemeente hier aandacht voor en op welke wijze komt dit tot uiting (mogelijk hebben we het hier over 50% van de pleegzorg – een aanzienlijk aantal dus). Liggen hier verbindingen met bijv. Manteling?
10. Het frequent wisselen van pleegzorgbegeleiding (vanuit zorgaanbieders) lijkt eerder structureel dan incidenteel te zijn. Welke informatie hebt u hierover en op welke wijze gaat u in de toekomst de continuïteit van pleegzorgbegeleiding bij pleeggezinnen optimaliseren?

Toelichting
Maandag 15-01-2018 presenteerden studenten Pedagogiek van de HZ hun projectresultaten van hun onderzoek (met een participerend karakter). Naast een aantal raadsleden, een beleidsmedewerker, wethouders Zorg waren hier ook een aantal pleegouders aanwezig. Vanuit de presentatie van de projectresultaten en de daarop volgende dialoog bleek dat in de praktijk van pleegzorg binnen de Jeugdzorg nauwelijks sprake is van het werken vanuit de visie “één gezin, één plan en één begeleider”. Meerdere (externe)begeleiders zoals voogden en pleegzorgbegeleiders werken niet in elkaars verlengde en stemmen de begeleiding nauwelijks met elkaar af. Er blijken zelfs meerdere plannen van verschillende aanbieders binnen één gezin voor één kind/jongere te zijn.

De gemeente is opdrachtgever (ook) van deze zorg en heeft ook een kwaliteitsbewakende rol, temeer daar de gemeente aan de pleegzorg een prominente plaats wil geven binnen de Jeugdzorg. Daar een gezin een zo “gewoon-mogelijke-opvoedings-situatie” is, achten we een volwaardige, erkende en kwalitatieve positie van de pleegzorg binnen het gehele spectrum van de Jeugdzorg van groot belang. Deze positie lijkt nu onder druk te staan.

Een belangrijke rede voor gezinnen om terughoudend te zijn om zich als pleeggezin aan te melden blijkt de (financiële) belasting en regelgeving te zijn. Om die reden stellen we ook daarover vragen. Voor nadere informatie daarover verwijzen we naar:
https://www.sociaalweb.nl/blogs/pleegzorg-voor-iedereen-deel-1?utm_source=Mailing+Lijst&utm_medium=email&utm_campaign=Sociaalweb+nieuwsbrief+12-01-2018
Daarbij maken we ons grote zorgen over het frequent wisselen van pleegzorgbegeleiders (soms zelfs 7 maal in 5 jaar binnen één gezin) met alle kwalitatieve gevolgen van dien. In hoeverre houdt de gemeente, als opdrachtgever binnen het sociaal domein, de controlerende vinger aan de pols ?

Ondertekenaars

Jan Zwemer         Lilian Janse       Petroesjka Sterk     William van Amstel
CDA-Middelburg   SGP-Vlissingen   SP-Middelburg         VVD-Middelburg