Vragen bij toerismebelasting cruiseschepen

 Naar aanleiding van de eerder verstuurde raadsinformatiebrief aan de raad van Vlissingen en onderstaand artikel in de PZC hebben we, als SGP, hier de volgende artikel 36 vragen gesteld aan het college:

(Zie o.a. https://www.pzc.nl/walcheren/toeristenbelasting-voor-cruiseschepen-die-een-nachtje-blijven-in-vlissingen~a8141157/)

• 1. Vlissingen wil meer (rivier)cruiseschepen naar zich toe halen. Deze vorm van toeristenbelasting klinkt een beetje als een ironische manier van “gastvrijheid”.

A) Wat is de visie van het college op haar invloed om meer (rivier)cruiseschepen naar Vlissingen te halen;?
B) Hoe denkt het college dat dit overkomt op de aanbieders in de (rivier)cruisewereld? We zien namelijk in Amsterdam dat een gemeentelijk besluit direct impact heeft op het aantal (rivier)cruiseschepen.
C) Kan het college een update geven hoe het staat met de progressie om meer (rivier)cruiseschepen naar Vlissingen te halen?

• 2. Het college hecht belang aan het toewijzen van kosten aan een (economische) activiteit. Hoe staan de kosten van dit te wijzigen beleid in verhouding tot de inkomsten? Oftewel:wat kost het nu aan manuren en andere kosten voor de organisatie?
• 3. Is het hanteren van het huidige liggeld in de havens niet een eenvoudiger manier om inkomsten te genereren?

Met vriendelijke groet,
Cor Tromp,
Mede namens Lilian Janse

Bron van de foto, gemaakt door Claudia Sondervan: PZC.