15 november 2018

Vragen bij aanpak illegale bouwwerken Bossenburgh

  • Artikel 34-vragen n.a.v. RIB “plan van aanpak illegale bouwwerken op de voorerven bij de woningen in Bossenburgh”


Geacht college,

De SGP heeft kennis genomen van de inhoud van de bovengenoemde Raadsinformatiebrief (RIB) en is daarna zelf in de wijk Bossenburgh gaan kijken en heeft geconstateerd dat de woningen daar dicht op elkaar staan aan smalle straten. De originele opbergruimtes, vaak gesitueerd aan de voorkant van de woningen, zijn erg klein (1,5 x 2 meter). Veel bewoners hebben inderdaad zelf een extra opbergruimte voor de originele opbergruimte gebouwd op hun eigen grond. Daarbij heeft de SGP gesproken met een bewoner. Deze heeft, op last van de gemeente, zijn zelfgebouwde opbergruimte moeten afbreken. De eigendommen van deze bewoner, die in deze opbergruimte waren gestald, staan nu open en bloot in de voortuin.
Wij willen naar aanleiding hiervan de volgende vragen stellen:

  • 1. Is bij het college bekend dat de originele opbergruimtes in de wijk Bossenburgh uitermate klein zijn (drie m2) en dat deze ruimte bij lange na niet voldoende is voor een gezin om al hun eigendommen (fietsen, scooter, kinderwagen, gereedschappen, scootmobiel, speelgoed, enz.) daarin op te slaan?
  • 2. Begrijpt u, met de SGP, dat daarom bewoners zelf geld, tijd en energie besteden om op hun eigen grond een extra opbergruimte te realiseren, zodat zij hun eigendommen veilig kunnen opbergen?
  • 3. Van een bewoner in de wijk Bossenburgh heeft de SGP vernomen dat de gemeente geadviseerd heeft om een opbergruimte in de achtertuin te realiseren. Echter, veel woningen, met name aan de buitenrand, hebben geen vrije achterom. Achter hun erg kleine tuin is een hondenuitlaatgebied vol uitwerpselen en bovendien is het daar niet verlicht. De SGP vindt het niet redelijk om van bewoners te verwachten dat zij met hun fiets/scooter/scootmobiel door het halletje en de woonkamer moeten rijden om hun eigendommen in de opbergruimte in de achtertuin te stallen. Deelt het college deze mening?
  • 4. Veel extra opbergruimtes zijn al jaren geleden gebouwd (legaal en illegaal), sommigen staan er wel tientallen jaren. Waarom heeft de gemeente toen niet ingegrepen en waarom komt ze nu, na decennia toestaan, ineens met een plan van aanpak en, zoals het lijkt, een wat rigide aanpak?
  • 5. Indien de gemeente volhardt in dit plan van aanpak, heeft dat de consequentie dat de bewoners hun eigendommen voortaan los in de voortuin moeten stallen met alle gevolgen van dien:
    - Rommelige aanblik van voortuinen vol fietsen, scooters, speelgoed, enz.,
    - Groot risico op vernieling van eigendommen die los in voortuin staan,
    - Groot risico op diefstal van eigendommen die los in voortuin staan,
    - Verminderd gevoel van veiligheid bij de inwoners van de wijk.
    Realiseert het college zich dat dit plan van aanpak een averechtse uitwerking heeft op het aanzicht van de wijk en extra veiligheidsrisico’s met zich meebrengt?
  • 6. Het overgrote deel van de bewoners van Bossenburgh klaagt NIET over de aanwezigheid van elkaars extra opbergruimtes in de voortuinen. Zij hebben daarom ook bezwaarschriften ingediend met de motivatie van gebrek aan ruimte, verrommeling en veiligheidsrisico’s. Waarom heeft de gemeente deze bezwaarschriften niet gegrond verklaard en volhardt zij in de eis van afbraak en verwijdering van de extra opbergruimtes?
  • 7. Beseft het college dat dit plan van aanpak veel onzekerheid, onbegrip en ongerustheid geeft bij de bewoners?
  • 8. Waarom erkent het college niet dat de woningen in Bossenburgh een te kleine opbergruimte hebben, vaak geen vrije achterom en dat een extra opbergruimte voor bewoners uiterst noodzakelijk is?
  • 9. Is het college met de SGP van mening dat, in overleg met de bewoners en de wijkraad, gekeken kan worden of woningen zonder vrije achterom ontsloten kunnen worden, door middel van verharding van grasstroken, hondenpoepvrij maken en verlichting en zo het leefklimaat in de wijk verbetert?
  • 10. Waarom behelst van plan van aanpak niet het legaliseren van deze noodzakelijke extra opbergruimtes (deze staan er immers al vele, soms tientallen jaren) en is het wellicht juist veel verstandiger om bewoners aan te sporen en desnoods te faciliteren om hun extra opbergruimte en voortuin er netjes en onderhouden uit te laten zien?
  • 11. De SGP is, zoals bekend, voor handhaving van de openbare orde en veiligheid, maar vraagt zich af of de toonzetting en aanpak in deze kwestie wel de juiste is. Iedereen, zowel burger als gemeente wil Vlissingen en hun wijk mooier maken. Samen zijn we Vlissingen en dit is toch een kans om handhaving en burgerparticipatie samen te voegen om zo samen onze stad en wijk aantrekkelijk te houden en te maken?

    Wij zien uw antwoorden op deze vragen tegemoet.

    Met vriendelijke groet,

    Fractie SGP
    Lilian Janse-van der Weele
    Cor Tromp