27 december 2019

Vragen betreffende overkapping Lange Zelke

Artikel 34-vragen “roestige overkapping Lange Zelke”

Geacht college,

Sinds tientallen jaren heeft de Lange Zelke een overkapping. De laatste jaren ziet deze overkapping er erg lelijk uit door gebrek aan schoonmaak en onderhoud. Inmiddels komt de roest door de verflaag heen als gevolg van de invloed van zuurstof en vocht. Hierdoor verliest de stalen constructie van de overkapping haar gewenste kwaliteit. Door de roest wordt de constructie zwakker, schilfert af en kan uiteindelijk de constructie wegvreten. Dit brengt veiligheidsrisico’s met zich mee.



De SGP wil hierover de volgende vragen stellen:

  • 1. Sinds het onderhoudsniveau van de overkapping van de Lange Zelke omlaag is gebracht, wordt de overkapping niet of nauwelijks meer schoongemaakt. Wordt nog wel onderhoud gepleegd om (ernstige) roestvorming tegen te gaan, bijvoorbeeld door roest weg te schuren en een roestwerende verflaag aan te brengen?
  • 2. Wanneer is de constructie van de overkapping van de Lange Zelke voor het laatst gekeurd op het gebied van veiligheid?
  • 3. Is hiervan een keuringsrapport beschikbaar?
  • 4. Indien de constructie van de overkapping nog nooit is gekeurd op het gebied van veiligheid, is het college het met de SGP eens dat dit zeer wenselijk is gezien de, op sommige plaatsen ernstige, roestvorming aan de stalen constructie.
  • 5. Wie is verantwoordelijk voor de schade als die ontstaat als gevolg van slecht onderhoud aan deze overkapping?
  • 6. In de Kadernota wordt gesproken over “groot onderhoud” van de Lange Zelke. Betekent dit dat de constructie van de overkapping roestvrij en schoon wordt gemaakt?
  • 7. Momenteel hanteert het college onderhoudsniveau C voor de beluifelingen in de binnenstad. Het is wel het kernwinkelgebied waar we veel inwoners en bezoekers willen ontvangen. Waarom wordt een karig onderhoudsniveau voor de beluifeling in het kernwinkelgebied geaccepteerd?
  • 8. Wat houdt het praktische verschil in tussen onderhoudsniveau voor de beluifeling op niveau B ten opzichte van niveau C?
  • 9. Wat is het kostenverschil tussen onderhoudsniveau B en C van de beluifeling?
  • 10. Wordt rekening gehouden met het feit dat een laag onderhoudsniveau op den duur leidt tot hoge reparatiekosten?
  • 11. Wat is de achterliggende visie van het college om te bezuinigen op onderhoud van de beluifeling, gecombineerd met het willen hebben van een aantrekkelijke binnenstad?

Wij zien uw antwoorden op onze vragen tegemoet.
Met vriendelijke groet,

Fractie SGP
Lilian Janse-van der Weele
Cor Tromp