9 april 2025
Vragen: Autoluwe binnenstad funest voor lokale ondernemer(s)
Artikel 34-vragen RvO. 07-04-2025
Autoluwe binnenstad funest voor lokale ondernemer(s)
Geacht college,
Ondernemers zijn onmisbaar en heel belangrijk voor onze binnenstad. Dankzij deze ondernemers blijft de binnenstad levendig en bruisend. Het is belangrijk dat ondernemers alle mogelijke ruimte hebben om te kunnen ondernemen. Parkeervoorzieningen in de directe omgeving van de winkels voor klanten, maar ook voor bedrijfsauto’s en -busjes van de ondernemers zijn daarbij cruciaal. Immers, ondernemers verkopen niet alleen fysiek in de winkel, maar ontvangen ook bestellingen die moeten worden bezorgd. Het is daarom onwenselijk om te verwachten dat ondernemers grote afstanden moeten lopen om hun bestellingen in hun bedrijfsauto’s en/of -bussen te laden. Hiermee belasten we ondernemers en geven we hen niet de ruimte.
De SGP ontving een e-mail van een onderneming uit de binnenstad van Vlissingen die eind februari 2025 zeer onverwacht en onaangenaam werd geconfronteerd met een boete voor het parkeren van een van hun bedrijfsbussen op de Hellingbaan, een plek waar ze al jaren gebruik van maken, eerst met vergunning, later met ontheffing. Tot grote verbazing van de ondernemer bleek deze ontheffing per direct te zijn ingetrokken, zonder dat deze ondernemer daarvan was op de hoogte gesteld.
De SGP wil daarom de volgende vragen indienen:
1. Waarom heeft het college de ontheffing voor Slagerij Gillissen om op de Hellingbaan, achter hun bedrijf, te mogen parkeren ingetrokken?
2. Waarom heeft het college Slagerij Gillissen hiervan niet op de hoogte gesteld, zodat zij eind februari een boete hebben ontvangen?
3. Het college heeft Slagerij Gillissen een alternatief geboden: een plaats op de Zeemanserve. Praktisch, 1,7 km verwijderd van hun bedrijf?
4. Ondernemers werken voor een goede omzet van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, met andere woorden: tijd is geld. Waaruit blijkt het respect en de waardering van het college voor het harde werken van ondernemers in onze binnenstad door hen een parkeerplaats aan te bieden op grote afstand van hun bedrijf?
5. Hoe belangrijk vindt het college hardwerkende, gespecialiseerde ondernemers in de binnenstad die dagelijks vaste klanten en vele bezoekers trekken naar onze binnenstad?
6. Waaruit blijkt die waardering door het college, door voor de bewuste ondernemer de ontheffing voor een parkeerplaats voor de bedrijfsbus vlakbij het bedrijf te ontnemen?
7. Waarom is er geen goed overleg en maatwerk mogelijk?
8. De ondernemer geeft aan dat de aangeboden parkeerplaats op de Zeemanserve voor hen praktisch en logistiek onwerkbaar is en dat daarmee het ondernemerschap ernstig wordt beperkt. De ondernemer denkt er zelfs over om de binnenstad te verlaten, hoewel de ondernemer dat eigenlijk niet wil, maar zich door deze disproportionele maatregel voelt gedwongen. Wat wil en gaat het college doen om Slagerij Gillissen voor onze binnenstad te behouden en te voorkomen dat er wéér een leegstaand pand in onze binnenstad komt?
9. Tot nu toe hebben gesprekken met de gemeente en de ondernemer over dit ontstane probleem niets opgeleverd. Is het college bereid om opnieuw met de ondernemer in gesprek te gaan, maatwerk te leveren, om te luisteren en mee te denken over een werkbare oplossing, zodat deze ondernemer de noodzakelijke parkeervoorziening en ruimte wordt geven om efficiënt en succesvol te kunnen ondernemen? En dit alles op korte termijn?
Wij zien uw serieuze en inhoudelijke antwoorden op onze vragen tegemoet.
Met vriendelijke groet,
Lilian Janse-van der Weele
Cor Tromp