16 november 2016

B&W beantwoordt vragen inzake openbaar groen

Beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake openbaar groen.

Antwoord aan SGP, t.a.v. Lilian Janse


Geachte mevrouw/heer,
Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

  • 1. Wat is de (vastgestelde) vervangingswaarde van al het openbaar groen in de gemeente (bomen, houtwallen, heesters, planten, struiken, gazons en speelplaatsen)?

Ons antwoord
De vervangingswaarde is de waarde die nodig is om een beplantingselement (bijvoorbeeld een boom) te vervangen door een gelijkwaardig exemplaar. Een volwassen solitaire boom vertegenwoordigt daarbij een hogere waarde dan een exemplaar van enkele jaren oud. Het berekenen van de vervangingswaarde van alle groenelementen, rekening houdend met leeftijd, standplaats en beeldbepalende waarde zou een onevenredige grote inspanning vergen en is bovendien praktisch niet uitvoerbaar binnen een redelijke termijn. Wel kan een indruk worden gegeven wat het zou kosten om alle groenvoorzieningen opnieuw aan te leggen. Dat is (exclusief waterpartijen, sportterreinen en speeltoestellen) circa 25 miljoen euro.

  •  2. De gemeente heeft het onderhoudsniveau verlaagd. Welke bezuiniging wordt hiermee gerealiseerd, uitgedrukt in euro’s?


Ons antwoord
Openbaar groen is één van onze kapitaalgoederen. Uit de clustervergelijking is gebleken dat we daar op moeten bezuinigen. Op basis van een globale theoretische berekening is
structureel een besparing van € 290.000, - op de directe uitvoeringskosten berekend. De
besparing wordt gerealiseerd door het onderhoudsniveau te verlagen en tegelijkertijd de
inrichting van het groen aan te passen, waardoor ook met een lagere onderhoudsbehoefte
kan worden volstaan. Deze werkwijze wordt al gedurende enkel jaren gehanteerd.
Daarnaast worden bewonersinitiatieven die bijdragen aan een verfraaiing van het groen
ondersteund waardoor een aantrekkelijk beeld wordt gehandhaafd zonder dat dit tot een
kostenverhoging leidt. De werkelijk te behalen besparing kan afwijken door weersinvloeden,
waardoor intensiever of extensiever onderhoud nodig is, en door marktwerking die er toe
kan leiden dat inschrijvingen op onderhoudsbestekken fluctueren.

  • 3. Hanteert de gemeente een afschrijvingsbeleid bij openbaar groen net zoals bij, bijvoorbeeld, het wagenpark van de gemeente?

Ons antwoord
Nee. Afschrijving vindt alleen plaats op investeringskredieten die zijn ingezet voor de
reconstructie van openbaar groen in het kader van het terugdringen van achterstallig
groenonderhoud en omvorming van het openbaar groen.

  • 4. Indien niet, welk beleid wordt er dan wel gehanteerd?

Ons antwoord
Binnen het Geïntegreerd Beheer Informatiesysteem is aan elke groencategorie (bijvoorbeeld bomen, sierheesters of gazon) een bepaalde levensduur toegekend. Binnen het voor groenonderhoud beschikbare budget worden, voor zover het budget dit toelaat,
omvormingen uitgevoerd. Daarbij is niet de theoretische levensduur maar de technische
staat van een groenelement bepalend voor de keuze welke groenvoorziening wordt
gerenoveerd. Ook wordt geanticipeerd op verzoeken van bewoners(groepen). Renovaties
worden aangegrepen om een, in het beheer, ‘dure’ categorie te vervangen door een
eenvoudiger te beheren en dus ‘goedkopere’ groencategorie. Bijvoorbeeld rozen, vaste
planten en sierheesters omvormen in gazon of bosplantsoen. Behalve tot lagere
vervangingskosten leidt dit op termijn ook tot lagere beheerkosten en wordt voorkomen dat de technische kwaliteit vroegtijdig achteruitgaat en vervanging plaats moet vinden voor het einde van de theoretische levensduur.

  • 5. Indien wel, houdt het college er dan rekening mee dat het openbaar groen, als gevolg van minder onderhoud, minder lang meegaat en de afschrijvingstermijn korter en dus duurder wordt?


Ons antwoord
Zie hiervoor de beantwoording bij vraag 4.

  • 6. De gemeente bezuinigt op onderhoud van openbaar groen en probeert hiermee debegroting, in de toekomst, sluitend te krijgen. Wanneer het openbaar groen, door minder onderhoud, eerder vervangen moet worden, vindt de SGP dat er eigenlijk geen sprake is van bezuinigen. Is het college het hiermee eens?


Ons antwoord
Wanneer we het openbaar groen in ongewijzigde vorm in stand zouden houden zou hier
sprake van kunnen zijn. Maar, al enkele jaren wordt bij renovatie van het openbaar groen
gekozen voor eenvoudiger en efficiënt te beheren groen, zoals bijvoorbeeld; gras met
bomen, sterke goed sluitende beplantingen of natuurlijke beplanting wordt er nu al gaande
weg toegewerkt naar een nog robuustere inrichting van het openbaar groen. Een inrichting
die eenvoudiger beheerd kan worden waardoor vroegtijdige achteruitgang voorkomen kan
worden en er daadwerkelijk een structurele bezuiniging op de onderhoudskosten kan worden gerealiseerd.
64% Van het groenareaal in de gemeente bestaat uit gras, 25% uit natuurlijke beplantingen,
10 % uit cultuurlijke beplanting en 1% uit hagen.
De eerste twee categorieën (samen 89% van het groenareaal) kunnen zonder
noemenswaardig verlies van technische kwaliteit op kwaliteitsniveau C beheerd worden.
Binnen de overige 11% (cultuurlijke beplanting en hagen) zou een aantal categorieën
(bodembedekkers, fijnere sierheesters) eerder vervangen moeten worden dan theoretisch is voorzien.

  • 7. Een woonwijk met veel, goed onderhouden openbaar groen is aantrekkelijk om te wonen en beïnvloedt de verkoopwaarde van woningen positief. Onderkent het college de economische meerwaarde van openbaar groen?

Ons antwoord
Ja, een goed verzorgde openbare (groene) ruimte heeft invloed op de verkoopwaarde van
woningen. In hoeverre de hoeveelheid, de aard, de functie en de staat van het openbaar
groen invloed heeft is arbitrair. Vlissingen kent diverse woonmilieus met elk een eigen
karakteristiek, uiteenlopend van de oude kernen met een hoge bebouwingsdichtheid tot
wijken met ruime groenvoorzieningen.

  • 8. De artikel 12-inspecteur vraagt de gemeente te bezuinigen, ook op het onderhoud van het openbaar groen én om de ozb te verhogen. Het college voldoet aan deze vraag. De SGP vindt dat de inwoners van de gemeente daardoor, zowel economisch als maatschappelijk heel hard worden getroffen. Is het college het hiermee eens?


Ons antwoord
Om in aanmerking te komen voor een Artikel 12- status moet de gemeente Vlissingen aan
een aantal voorwaarden van het Rijk voldoen. Enkele van die voorwaarden zijn o.a. het
verhogen van de ozb om de eigen inkomsten te verhogen en het terugdringen van de
uitgaven. Dit zijn opgelegde maatregelen die geen keuzemogelijkheid open laten. Binnen de
huidige omstandigheden acht het college de door het Rijk gestelde eisen maatschappelijk
aanvaardbaar. Weliswaar is er sprake van omvorming maar het blijft openbaar groen waarbij we binnen de bezuinigingsopdracht streven naar een maximaal haalbare kwaliteit.

  • 9. Is het college het met de SGP eens dat het minder onderhoud van openbaar groen getuigt van een korte termijn visie? Immers, de volle mep van het bezuinigde bedrag wordt elders ingezet en we zadelen de volgende generatie op met de kosten van het vervangen of verkommeren van openbaar groen. Wat is de visie van het college?


Ons antwoord
Wanneer alle groenvoorzieningen blijvend op kwaliteitsniveau C beheerd worden bestaat
inderdaad het risico van kapitaalvernietiging. Dit zou echter alleen het geval zijn wanneer de
inrichting van het groen daarop niet is aangepast. Hierbij is wel enige nuancering op zijn
plaats. Zoals in de beantwoording van vraag 6 al is vermeld blijven omvormingen beperkt tot een gedeelte van 11 % van het totale groenareaal.
Momenteel ligt er een ambtelijk voorbereid concept-groenbeleidsplan ter beoordeling bij de toezichthouder. Daarin wordt een aantal scenario’s met verschillende ambitieniveaus
geschetst. Per scenario zijn de bijbehorende kosten in beeld gebracht.
Nadat de toezichthouder een standpunt ten aanzien van de voorgestelde scenario’s heeft
bepaald zal het plan met een ambtelijk advies aan ons college en de raad worden
voorgelegd.


Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.

Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Vlissingen,


de secretaris,                           de burgemeester,
mr. drs. ing. M. van Vliet         drs. A.R.B. van den Tillaar