Beantwoording vragen Maximale uitvoering Motie Openbare Toiletten

Beantwoording art 34 RvO vragen SGP en SLF betreft Maximale uitvoering Motie Openbare Toiletten

Geachte fracties,

Naar aanleiding van de door uw fractie op 01 april 2025 ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.
De fracties SGP en SLF hebben kennis genomen van de Raadsinformatiebrief (hierna RIB) van 26 januari 2024, waarin u uitlegt hoe het college de op 10 november 2022 aangenomen motie “Openbare toiletten” gaat uitvoeren. In deze RIB doet u een toezegging dat het college in 2024 een locatieonderzoek gaat uitvoeren voor de plaatsbepaling van extra openbare toiletten. Ook meldt u dat in de parkeergarage in de Machinefabriek een openbaar toilet gaat worden gerealiseerd. U geeft aan dat, op basis van de uitkomsten van het locatieonderzoek, een aanvraag voor uitvoeringsgelden gaat worden opgenomen in de Kadernota 2025, dan wel in de Programmabegroting 2025-2028. De SGP en SLF hebben onderzoek gedaan naar/informatie opgezocht over het wenselijke aantal openbare toiletten in een gemeente, die een zo’n breed mogelijke en grote aantallen groepen mensen bedienen. De volgende wenselijkheid en motivatie zou, naar mening van de SGP en SLF, leidend moeten zijn voor een maximaal en inclusief toiletbeleid:

Meer openbare toiletten zorgen voor meer bewegingsvrijheid en minder eenzaamheid voor iedereen. Mensen met een spijsverteringsziekte, blaasproblemen, ouderen, vrouwen en kinderen moeten vaker dan gemiddeld naar het toilet. Een kwart van de mensen met een spijsverteringsziekte blijft noodgedwongen vaker thuis uit angst om geen toilet te vinden.
Gemiddeld is slechts één op de drie openbare toiletten toegankelijk voor gehandicapten. Voor hen is op stap gaan dus nóg lastiger. Al met al is er behoefte aan meer, inclusieve toegankelijke, openbare toiletten. Meer toiletten betekent: minder eenzaamheid en sociaal isolement, meer zelfredzaamheid en minder zorgkosten (preventie). Maar ook meer gastvrijheid, een aantrekkelijker (binnen)stad en dorp en mensen die langer in een verblijfsgebied blijven hangen. Dit biedt ook economische kansen: hoe langer mensen blijven, hoe meer geld ze uitgeven. Zo kan daadwerkelijk maatschappelijke impact worden gerealiseerd.

• Vraag 1.

Heeft het college het locatieonderzoek voor plaatsbepaling van extra openbare toiletten al uitgevoerd en afgerond?
Ons antwoord
Het locatieonderzoek is afgerond.

• Vraag 2

Zo ja, wil het college de uitkomsten van dit onderzoek zo spoedig mogelijk delen met de gemeenteraad?
Ons antwoord
De resultaten worden zo spoedig mogelijk met de raad gedeeld.

• Vraag 3.

Om aan de normen van de Toiletalliantie (www.iederewctelt.nl) te voldoen zouden binnen de bebouwde kom van de Gemeente Vlissingen, in winkelstraten en drukke verblijfsgebieden (bijv. onze boulevards/Nollebos/Westduinpark/Ritthemse bos) om de 500 meter een openbaar of opengesteld toilet moeten zijn. Heeft het college bij het locatieonderzoek rekening gehouden met de normen van de Toiletalliantie?
Ons antwoord
De uitgangspunten van de toiletalliantie zijn opgenomen in het locatieonderzoek.

• Vraag 4.

In diverse Europese landen is het voor gemeenten de normaalste zaak van de wereld om toiletbeleid te hebben. Als we een aantrekkelijke en inclusieve gemeente willen zijn, is het toch volkomen logisch dat Gemeente Vlissingen ook een toiletbeleid opstelt en hiervoor financiële middelen vrijmaakt en locaties aanwijst? Deelt het college deze mening van SGP en SLF? Graag uitleg.
Ons antwoord Het college zou graag willen dat er een toilettenbeleid wordt opgesteld. Gezien de financiële situatie heeft dit echter tot op heden geen prioriteit. Bij de kadernota 2026 kan de raad nader afwegen dit te prioriteren en hiervoor middelen vrij te maken.

• Vraag 5.

Is het college bereid om de samenwerking op te zoeken met de Toiletalliantie om te gaan voldoen aan de ideale norm voor het aantal openbare toiletten in onze stad en dorpen?
Ons antwoord
Het college is bereid om samen te werken met verschillende partijen om in de toekomst de openbare toiletvoorzieningen te realiseren. Hiervoor moet eerst intern beleid gemaakt worden om zodoende doelgericht tot realisatie over te gaan.

• Vraag 6.

Is het college bereid om de samenwerking op te zoeken met de Toiletalliantie om in ons Nollebos, Ritthemse bos, Westduinpark en overige parken een openbaar, toegankelijk, zelfvoorzienend natuurtoilet te plaatsen (dit duurzame toilet werkt op zonne- en windenergie en helpt vervuiling in natuur en parken te voorkomen)?Ons antwoord
Ook hiervoor is het college bereid samen te werken in de toekomst.

• Vraag 7.

Hoe groot is de ambitie van het college om als Gemeente Vlissingen zo hoog mogelijk te scoren op de ranglijst van de meest toiletvriendelijke gemeenten van Nederland?
Ons antwoord
Het college ziet het behalen van een zo hoog mogelijke scoren op de ranglijst niet als prioriteit.

• Vraag 8.

Hoeveel en wat wil het college hiervoor op de korte en lange termijn (gaan) doen?Ons antwoord
Op korte termijn wil het college de bestaande openbare toiletten handhaven, en waar mogelijk uitbreiden. Er is geen langetermijnbeleid.

• Vraag 9.

Welke openbare toiletten gaat het college in 2025 realiseren en op welk locaties in 2026?
Ons antwoord
In 2025 wordt er een openbaar toilet gerealiseerd in de machinefabriek, elders is geen toiletrealisatie voorzien. Alhoewel er onderzoek is gedaan naar integratie bij station Vlissingen/Souburg wordt dit niet haalbaar verwacht. Hiernaast wordt er in 2026 onderzocht of een openbaar toilet voorzien kan worden binnen projecten op de voorkeurslocaties uit het locatie onderzoek.

Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.

Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris,                                         de burgemeester,
drs. R.D.A. Wiskerke                              drs. A.R.B. van den Tillaar

Behandeld door M. Lobbezoo