18 juni 2018

Beantwoording vragen inzake gevaarlijke honden

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

Uw inleiding
Afgelopen zaterdag 7 april jl. werd een vrouw in het gezicht gebeten door een hond. Nu bijten honden wel vaker maar een beet in het gezicht is naar mening van de SGP hoogst ongewenst. Zeker wanneer we lezen dat het hier gaat om een zogenoemde "gevaarlijke hond" die al eerder in aanraking is geweest met de politie.
Onze inleiding
In algemene zin willen we stellen dat iedere eigenaar van een hond zelf verantwoordelijk is voor “de opvoeding” en het gedrag van zijn of haar hond. De eigenaar kan zelf kiezen voor,
een van de vele beschikbare private, voor zijn of haar hond geschikte cursus. De eigenaar is ook zelf verantwoordelijk voor het gedrag van de hond en de consequenties die dat gedrag
met zich meebrengt.

  • Vraag 1
    Heeft de eigenaar van deze gevaarlijke hond deze cursus gehad? Zo nee; waarom niet? En wanneer gaat de eigenaar deze cursus dan wel volgen?
    Ons antwoord
    Geen enkele eigenaar van een gevaarlijke hond heeft een door het college verplichte cursus gehad. Het college heeft, gezien het geringe aantal bijtincidenten dat bij de politie bekend is,
    besloten de betreffende cursus niet verplicht te stellen. Uit de politieregistratie blijkt dat er de afgelopen vijf jaar 20 bijtincidenten zijn geregistreerd. Geen van deze gevallen heeft geleid tot een bestuurlijke rapportage of het inzetten van een bestuurlijke maatregel.
  • Vraag 2
    Bij welk incident was deze gevaarlijke hond eerder betrokken? Heeft deze hond toen ook al een gedragstest gehad? Zo nee; waarom niet? Zo ja; waarom nu dan nog een keer een gedragstest?
    Ons antwoord
    Bij de gemeente is niet bekend bij welk incident de betreffende hond eerder betrokken is geweest. Er zijn geen bestuurlijke rapportages door de politie hierover aan de burgemeester afgegeven. Een gedragstest wordt niet door de gemeente opgelegd maar is een onderdeel van een mogelijk strafproces.
  • Vraag 3
    In de APV (http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Vlissingen
    Z373462/373462 l.html) wordt in artikel 2.58, lid 2, sub a. en sub b. een onderscheid gemaakt tussen een aanlijngebod (sub a.) en een aanlijn- en muilkorfgebod (sub b.). Ervan uitgaande dat een gemuilkorfde hond niet in staat is om iemand in zijn/haar gezicht te bijten; waarom lijkt dan na incident nr. 1 alleen gekozen te zijn voor slechts alleen het aanlijngebod (sub a.), dit terwijl het college ook kon overwegen om sub b. toe te passen?Ons antwoord
    Er was geen informatie bekend (bestuurlijke rapportage) waarop de burgemeester het noodzakelijk achtte een bestuurlijke maatregel te nemen.
  • Vraag 4
    Waarom staat op de site van de gemeente alleen de laatste wijziging van de APV en niet de APV 2013 zelf (de link werkt niet) waarin (o.a.) alle regels te vinden zijn omtrent aanlijnen en muilkorven van gevaarlijke honden.
    Ons antwoord
    Na controle is ons gebleken dat de link om de APV 2013 in te zien, inderdaad niet werkte. Dit is inmiddels opgelost en de APV 2013 is in zijn geheel zichtbaar op de gemeentelijke website.
  • Vraag 5
    Volgens het artikel in bovengenoemde link van de NOS kunnen gemeenten een houd- en gebiedsverbod opleggen. Ervan uitgaande dat dit klopt; was hier al sprake van een houd- en gebiedsverbod? Zo nee; waarom niet?
    Ons antwoord
    Ons beleid voorziet niet in het opleggen van een houd- en gebiedsverbod voor gevaarlijke honden. Gezien het lage aantal incidenten zal het beleid niet worden aangepast.
  • Vraag 6
    Hoeveel houd- en gebiedsverboden voor gevaarlijke honden waren er op 1 april 2018 in de gemeente Vlissingen?
    Ons antwoord
    Zie antwoord vraag 5.
  • Vraag 7
    Hoe vaak moet een gevaarlijke hond iemand bijten wil de gemeente overgaan tot een houden gebiedsverbod?
    Ons antwoord
    Zie antwoord vraag 5.
  • Vraag 8
    Hoe vaak en hoe ernstig moet een gevaarlijke hond iemand bijten totdat besloten wordt dat de betreffende gevaarlijke hond (helaas voor de hond en zijn/haar baas/bazin) afgemaakt moet worden?
    Ons antwoord
    Het afmaken van een gevaarlijke hond al dan niet na een bijtincident is geen bevoegdheid die bij de gemeente of burgemeester belegd is. Alleen de rechterlijke macht heeft in een strafproces de beslissingsbevoegdheid om een hond af te laten maken.

    Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.
    Hoogachtend,
    burgemeester en wethouders van Vlissingen,
    de secretaris, de burgemeester,
    mr. drs. ing. M. van Vliet, drs. A.R.B. van den Tillaar