16 juni 2018

Beantwoording vragen bij in te richten bloemenveldjes

Beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake bloemenveldjes
Geachte mevrouw/heer,
Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

  • Vraag 1
    Deelt het college de mening van de SGP dat insecten belangrijk zijn voor mens, dier en gewassen en dat het daarom verontrustend is dat er steeds minder insecten voorkomen in Nederland?
    Ons antwoord Ja.
  • Vraag 2
    Is er informatie beschikbaar of er in de Gemeente Vlissingen minder insecten voorkomen?
    Ons antwoord
    Nee. Er is geen specifieke locatie-informatie beschikbaar maar op basis van de onderzoeksresultaten die onlangs in het nieuws kwamen en informatie van het Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden (EIS) kan worden aangenomen dat de situatie in Vlissingen niet afwijkt van de algemeen waargenomen tendens.
  • Vraag 3
    Is het college met de SGP van mening dat door het eenvoudige middel van veldjes met wilde bloemen de insecten een leef- en voedselgebied wordt gegeven?
    Ons antwoord
    Veldjes met wilde bloemen leveren een fleurig beeld op in wijken en buurten en zijn nuttig voor insecten. Een grotere winst voor (insecten)fauna en flora is echter te bereiken door een aangepast bermbeheer (maaien en hooien of beweiding met schapen). Beheermaatregelen die nu al worden uitgevoerd en nog verder uitgebreid kunnen worden. Voorbeelden van deze vormen van beheer kunt aantreffen:
    - in de bermen van de Sloeweg en weides in Westduin (hooilandbeheer)
    - De Karolingische burg in Oost-Souburg.
    - Weyevliet in Vlissingen (beweiding met schapen).
    - De Hyacinthenlaan in Vlissingen (bloemenweide).
  • Vraag 4 
    De SGP is van mening dat een veldje met wilde bloemen niet alleen nuttig is voor het behoud van insecten maar dat dit ook een welkome fleur- en kleurrijke aanblik geeft in de wijken. Deelt het college deze mening?
    Ons antwoord
    Ja, echter met de kanttekening dat maai- en beweidingsbeheer van bermen en kruidenrijke
    vegetaties een structurelere bijdrage levert. Daar is immers sprake is van substantiële oppervlakten die, in het geval van wegbermen, ecologische linten kunnen vormen die vanuit het buitengebied de stad binnen dringen. Wij merken wel dat bewoners moeten wennen aan het gebruik van wilde planten. Op plekken waar kruidenrijke vegetaties dichtbij woningen zijn gesitueerd stellen bewoners vragen over deze beheersvorm. Door de, veelal voedselrijke bodem kan er sprake zijn van een flinke ontwikkeling van wilde planten. Sommige bewoners zien dat als onkruid en vinden het vervelend wanneer dat zou uitzaaien in hun tuin.
  • Vraag 5
    Is het college bereid om in alle wijken in Vlissingen, Souburg en Ritthem plaatsen in het gemeentelijk openbaar groen aan te wijzen die worden klaargemaakt en ingericht als veldje voor wilde bloemen?
    Ons antwoord
    Ja, mits er in de betreffende buurt of wijk voldoende ruimte beschikbaar is en omwonenden het initiatief steunen willen wij, binnen de voor het groenbeheer
    beschikbare middelen, jaarlijks één of enkele veldjes helpen ontwikkelen.
  • Vraag 6
    Is het college bereid om, in samenwerking met natuurorganisaties en/of wijkverenigingen, deze veldjes in te zaaien met wilde bloemen?
    Ons antwoord
    Ja, als er voldoende draagvlak in de buurt is willen wij medewerking verlenen aan de realisatie. Wij verwachten dan echter ook een actieve bijdrage in het beheer van deze veldjes.
  • Vraag 7
    Zijn binnen het programma "natuur en milieu" financiële middelen beschikbaar en/of gereserveerd voor de realisatie van veldjes met wilde bloemen c.q. bescherming van flora en fauna?
    Ons antwoord
    Er zijn geen middelen gelabeld voor de realisatie van bloemenveldjes. Binnen het voor het beheer van het voor openbaar groen beschikbare budget worden echter al middelen ingezet om initiatieven te ontwikkelen en uit te voeren (bloemenweide Hyacinthenlaan in 2017 en een “bijenlint” - net ingezaaid - langs het Weijevlietpad.
    Verder is het areaal ruw gras (waar wilde planten ook tot ontwikkeling komen) vergroot ten koste van het areaal gazon.
  • Vraag 8
    Zo nee, is het college bereid financiële middelen, uit het programma "natuur en milieu of "leefbaarheid", beschikbaar te stellen of natuur- en wijkverenigingen te faciliteren (ruimte in openbaar groen beschikbaar stellen) om veldjes met wilde bloemen voor het behoud van insecten te (laten) realiseren?
    Ons antwoord
    1. Zie beantwoording vraag 6 en 7.

Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris, de burgemeester,