2 november 2017

Antwoorden op vragen inzake sluiting drugspanden


Beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake sluiting woningen/panden op grond van artikel 13b Opiumwet.

Op 1 november reageerde B&W  op de gestelde vragen!

Voor inleiding: zie gerelateerd item

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

  • Vraag 1

Na de ontdekking van een hennepkwekerij laat de Gemeente Vlissingen door haar Reinigingsdienst de hennepplanten weghalen en vernietigen. De SGP gaat ervan uit dat dit
binnen een dag is gebeurd. Waarom is het nodig om een huurwoning of bedrijfspand nog drie maanden te laten sluiten?
Ons antwoord
De opsporing en ontmanteling van hennepkwekerijen binnen de gemeente Vlissingen wordt uitgevoerd binnen het Convenant hennepteelt Zeeland-West-Brabant. De politie voert binnen het Convenant de daadwerkelijke ruiming en ontmanteling uit en schakelt daarvoor een ontmantelingsbedrijf in. Vervolgens worden de convenantpartners geïnformeerd (gemeente, netbeheerder, woningcorporaties en verhuurders, Orionis en Openbaar
ministerie). Elke partner geeft na informatiedeling door de politie uitvoering aan zijn strafrechtelijke, bestuursrechtelijke, fiscaalrechtelijke en civielrechtelijke aanpak om de aanpak van de georganiseerde hennepteelt te bevorderen. Het is niet altijd gezegd dat het onderzoek in het kader van de opstart van al deze maatregelen binnen één dag is afgerond.
Het opleggen van een bestuurlijke sluiting is de bestuursrechtelijke aanpak binnen het convenant, uitgevoerd door de burgemeester. De burgemeester is op grond van de
Opiumwet bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang indien in woningen hard- en/of softdrugs aanwezig is, dan wel verhandeld wordt. De bestuursdwangmaatregel is verder
uitgewerkt in de Beleidsnota Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet van de gemeente Vlissingen (hierna: Beleidsnota). De feitelijke sluiting van het pand is in het
algemeen het meest effectieve middel. De duur van de sluiting is bepaald op drie maanden bij de vondst van harddrugs in een pand en eveneens drie maanden sluiting bij de vondst
van een hennepkwekerij, waarbij er tevens sprake moet zijn van verzwarende omstandigheden. De periode van drie maanden sluiting wordt door de meeste gemeenten in
Nederland toegepast en wordt door de rechtspraak ook als een redelijk beleid beoordeeld.

  • Vraag 2

Is er nog steeds sprake van: het te niet doen van bekendheid van een woning/pand als drugsadres, het te doen wederkeren van de rust in de omgeving, ernstige verstoring van de
openbare orde en aantasting van het woon- en leefklimaat (eisen volgens artikel 13b van de Opiumwet, Wet Damocles, om een pand gesloten te houden) als de hennepkwekerij
ontmanteld is of na ontruiming bij de vondst van harddrugs?
Ons antwoord
Zoals onder 1. Is in de Beleidsnota bepaald dat de feitelijke sluiting van het pand het meest effectieve middel is en dat in de rechtspraak een termijn van drie maanden als een redelijke
termijn wordt beschouwd. De doelstellingen, zoals genoemd in vraag 2, worden door de burgemeester in iedere individuele sluiting gebruikt om te bepalen of sluiting van drie
maanden nog steeds redelijk is, afgezet tegen de individuele belangen van de eigenaar/huurder van het pand. Naast de genoemde doelstellingen wordt door de burgemeester in de genoemde belangenafweging een groot gewicht toegekend aan een andere doelstelling van het beleid, namelijk de beheersing van de negatieve effecten van de handel in het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden in de gemeente Vlissingen. Hierbij wordt door de burgemeester meegewogen dat in met name het Middengebied en de Scheldebuurt veel meldingen binnen komen over overlast door straathandel in drugs en andere vormen van overlast. De hoogste bestuursrechter (Afdeling Bestuursrechtsspraak van de Raad van State) heeft in een uitspraak van 3 februari 2016 bepaald dat deze aspecten een onderdeel vormen van de door de burgemeester te maken belangenafweging. Tevens wordt door de rechtspraak bevestigd dat de sluiting van panden ook een duidelijke
signaalfunctie vormt voor de burgemeester dat de illegale handel in verdovende middelen onder geen enkele omstandigheid wordt getolereerd en dat de noodzakelijke maatregelen worden genomen. In deze beoordeling mag de burgemeester meenemen dat de gemeente Vlissingen in
toenemende mate wordt geconfronteerd met handel in verdovende middelen vanuit illegale verkooppunten (in 2017 al 32 woningsluitingen wegens overschrijding handelshoeveelheid drugs). Daarnaast zijn er tot en met juni 2017 in totaal 74 meldingen binnengekomen van
burgers binnen de gemeente Vlissingen inzake drugs- en alcoholoverlast. Dit maakt zichtbaar en effectief optreden noodzakelijk. Voort is in de door de Politie, Openbaar Ministerie en de burgemeester vastgestelde drugsaanpak Vlissingen de strikte toepassing van de Beleidsnota als uitgangspunt opgenomen.

  • Vraag 3

Is er nog steeds sprake van een daadwerkelijke verstoring van de openbare orde (eis volgens art. 174a van de Gemeentewet, Wet Victoria, om een pand gesloten te houden) als
de hennepkwekerij ontmanteld is of na ontruiming bij de vondst van harddrugs?
Ons antwoord
Zie vraag 2. Sluiting van panden op grond van art. 174a van de gemeentewet of Wet Victoria is bij sluiting van drugspanden niet aan de orde. Hier geldt de Opiumwet.

  •  Vraag 4

Is bij drie maanden sluiting van een woning/bedrijfspand (na ontmanteling van de hennepkwekerij of ontruiming na de vondst van harddrugs) de DUUR van de sluiting  evenredig aan het DOEL van de sluiting?
Ons antwoord
Zoals in vraag 2 is aangegeven is de burgemeester verplicht om bij iedere individuele sluiting te bepalen of toepassing van het beleid (lees drie maanden sluiting) evenredig is in
verhouding tot de met het beleid te dienen doelen. Deze afweging is een wettelijke verplichting. Om die reden gaat de burgemeester nooit direct over tot sluiting, maar stuurt hij
eerst een brief naar de huiseigenaar waarin hij aangeeft voornemens te zijn om over te gaan tot sluiting. Tegen dit voornemen kunnen alle belanghebbenden
(eigenaren/huurders/onderhuurders) mondeling of schriftelijk zienswijzen indienen. De burgemeester is verplicht om in het definitieve besluit gemotiveerd in te gaan op de zienswijzen en deze motivering mee te nemen in de besluitvorming.

  • Vraag 5

Zo nee, besluit de burgemeester in dat geval om de woning of het bedrijfspand eerder vrij te geven en wordt dit tijdig met de verhuurder gecommuniceerd?
Ons antwoord
Zie vraag 4

  • Vraag 6

De SGP gaat er zonder meer vanuit dat de verhuurders van woningen (woningcorporaties en particulieren) te goeder trouw zijn. Immers, zij verhuren hun panden voor bewoning of
bedrijfsvoering en niet om drugscriminaliteit te faciliteren. Door de sluiting volgens de Opiumwet of Gemeentewet missen zij minimaal drie maanden huurinkomsten. Als dit vaak
voorkomt, betekent dit vele maanden geen huurinkomsten. Daarbovenop komt dan nog de tijd die gemoeid gaat met het weer in orde maken aan de woning voor de verhuur en de
kosten die dat met zicht meebrengt. Is het college het met de SGP eens dat verhuurders van woningen/bedrijfspanden
(woningcorporaties en particulieren) financieel onevenredig zwaar getroffen worden door sluiting volgens de Opiumwet voor de periode van drie maanden?
Ons antwoord
De sluiting van panden op grond van de Beleidsnota staat los van de schuldvraag. De schuldvraag, met daarbij het oordeel of een huiseigenaar/verhuurder te goeder trouw is, is
voorbehouden aan het Openbaar Ministerie en uiteindelijk de strafrechtelijke weging van de strafrechter. Zoals in vraag 2 is uiteengezet heeft handhaving op grond van de Opiumwet als doel het herstellen van de openbare orde en de beheersing van de negatieve effecten van de handel en het gebruik van drugs op het openbare leven. Het vorenstaande wordt ook bevestigd door vaste rechtspraak, waarin wordt aangegeven
dat de persoonlijke verwijtbaarheid geen rol speelt bij de beoordeling of zich een situatie voordoet die tot sluiting op grond van artikel 13b van de Opiumwet moet leiden.
Hetzelfde geldt voor de vraag of de verhuurders financieel onevenredig zwaar worden getroffen door de sluiting van de panden. Het staat niet ter discussie dat eigenaren / verhuurders financiële schade leiden als gevolg van de sluiting van panden. Dit is inherent aan het toepassen van de sluitingsbevoegdheid. Dit aspect is dan ook meegenomen bij de totstandkoming van de Beleidsnota en kan niet in de weg staan aan de bevoegdheid van de burgemeester tot sluiting van het pand.

  • Vraag 7

In het belang van de verhuurders is de SGP van mening dat, na ontmanteling van de hennepkwekerij in een huurwoning/bedrijfspand of ontruiming daarvan, de sluiting van panden aan de krappe kant moet worden gehouden, bijvoorbeeld zes weken zoals in de Gemeente Reusel. Is het college dit met de SGP eens?
Ons antwoord
Zie vraag 1, 2 en 4.
De periode van drie maanden sluiting wordt door de meeste gemeenten in Nederland toegepast en wordt door de rechtspraak ook als een redelijk beleid beoordeeld.
De doelstellingen van de handhaving op grond van de Opiumwet worden door de burgemeester in iedere individuele sluiting gebruikt om te bepalen of sluiting van drie maanden nog steeds redelijk is, afgezet tegen de individuele belangen van de eigenaar/huurder van het pand.
Persoonlijke feiten en omstandigheden die zijn aangevoerd door de verhuurder kunnen in uitzonderlijke gevallen, die niet zijn meegenomen in de totstandkoming van de Beleidsnota,
tot een andere maatregel leiden. Deze maatregel kan een waarschuwing zijn, of een kortere sluitingsduur.

  • Vraag 8

De SGP vindt dat door kortere sluiting van woningen/panden de leefbaarheid in een wijk zal toenemen omdat er minder leegstand is en eventuele wachtlijsten voor huurders zullen
mogelijk korter worden omdat er eerder een woning beschikbaar komt. Is het college het met de SGP eens?
Ons antwoord
De burgemeester werkt bij handhaving van de Opiumwet nauw samen met L’Escaut woonservice. De woningcorporatie die de meeste woningen verhuurd in Vlissingen. L’Escaut
is ook partner in het genoemde Hennepconvenant. Vanuit L’Escaut krijgen wij geen signalen van meer leegstand of grotere wachtlijsten als gevolg van de handhaving van de Opiumwet. Daarnaast is de invloed van de burgemeester in dit opzicht beperkt. De burgemeester heeft niet de bevoegdheid om, bij de sluiting van de woning, de huurder uit de woning te zetten. De sluiting van de woning betreft een tijdelijke sluiting, waarbij het pand wordt verzegeld. In principe kan de huursituatie na de beëindiging van de verzegeling weer voortgezet worden. L’ Escaut en de meeste verhuurders hebben in de huurcontracten opgenomen dat bij de vondst van drugs in de woning ontbinding van het huurcontract volgt. In het geval van L’Escaut kan de huurder gedurende 3 jaar geen woning meer huren bij L’Escaut. Wat betreft de bevordering van de leefbaarheid heeft de handhaving van de Opiumwet, zoals hierboven al aangegeven, juist als doelstelling om de leefbaarheid te bevorderen door beheersing van de negatieve effecten van de handel en het gebruik van drugs op het openbare leven in de gemeente Vlissingen.

  • Vraag 9

In de Tweede Kamer wordt een wijziging van de Opiumwet behandeld die de burgemeester de mogelijkheid geeft een pand al te kunnen sluiten als er voorbereidingen zichtbaar zijn
voor het plegen van een drugsdelict. Hierdoor zullen woningen vaker (onnodig) leeg komen te staan. Is het college op de hoogte van deze toekomstige wijziging van de Opiumwet?
Ons antwoord
De burgemeester is op de hoogte van de toekomstige wijziging van de Opiumwet. Op 1 maart 2017 is het nieuwe artikel 11a van de Opiumwet in werking getreden. Dit nieuwe artikel maakt voorbereidingshandelingen van illegale hennepteelt strafbaar. Dit nieuwe artikel stelt de politie en het OM in staat strafrechtelijke op te treden nog voordat daadwerkelijk hennep wordt geteeld en gevaarlijke kwekerijen in werking zijn. De zogenaamde “facilitators” van illegale hennepteelt zijn vanaf nu strafbaar. Het zijn de mensen die bijvoorbeeld lampen en voedingsstoffen leveren, kweekhokken, kweeklocaties en elektra aansluiten. Deze wetswijziging moet er voor zorgen dat woningen niet langer worden ingericht als
hennepkwekerij. Hierdoor hoeft de burgemeester niet langer gebruik te maken van zijn bevoegdheid van de bevoegdheid uit de Opiumwet tot sluiting van woningen. Het is daarom
niet aannemelijk dat door deze wetswijziging meer woningen worden gesloten, maar is het juist de doelstelling om dit aan de voorkant te voorkomen.

  • Vraag 10

Verhuurders zijn de dupe van de toepassing van de Wet Damocles als hun huurder een drugsdelict pleegt in de woning. Dit is niet rechtvaardig. Deelt het college de mening van de SGP?
Ons antwoord
Zie vraag 6.


Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Vlissingen,
de secretaris,                                de burgemeester,
mr. drs. ing. M. van Vliet              drs. A.R.B. van den Tillaar